woensdag, 1 mei 2024

De studiemiddag werd verzorgd door Lisette de Graaf, GZ-psycholoog en science practitioner, die vanaf 2018 onderzoek doet naar dit thema. Toen zij als psycholoog werkzaam was in de ouderenzorg, bemerkte zij dat er allerlei vragen waren over alcohol- en tabaksgebruik bij bewoners. De dochter van een bewoner wil graag dat hij zijn borreltje blijft drinken. “Wij zien dat hij dan verward en boos wordt”, zegt een zorgmedewerker. Of: “die mevrouw rookt de ene sigaret na de andere en klaagt daarna dat ze zo benauwd is, kunnen we daar nou niets aan doen?” Lisette ontdekte dat er weinig onderzoek gedaan is naar dit thema en al helemaal niet vanuit het perspectief van bewoners. En als het perspectief van de bewoner al belicht wordt in onderzoek, dan blijkt dat vaak door een naaste verwoord te zijn. Lisette nam zelf het heft in handen en ging het onderzoek uitvoeren waar ze eigenlijk naar op zoek was: kwalitatief onderzoek naar alcohol- en tabaksgebruik op pg- en somatiekafdelingen van zorginstellingen, door middel van semigestructureerde interviews met bewoners zelf.  

De conclusies uit dit onderzoek waren dat bewoners over het algemeen tevreden zijn over hun alcohol- en tabaksgebruik en dat zij hierin niet willen veranderen. Daarnaast ervaren bewoners dat ze door verhuizing naar het verpleeghuis minder zijn gaan roken/drinken. Bewoners vinden autonomie belangrijk (“leven en laten leven”), maar ervaren wel dat ze afhankelijk zijn van naasten en zorgprofessionals. Hoeveel een bewoner rookt of drinkt, lijkt in de praktijk haast af te hangen van welke zorgmedewerker er die dag werkt. 

In haar onderzoek heeft Lisette vier casusbeschrijvingen meegenomen. Hierbij kwam naar voren dat in geen enkele van de vier situaties de psycholoog betrokken was geweest. Ook bleek dat de (in)formele zorgverleners weinig onderling contact hadden en vooral vanuit hun eigen expertise en overtuigingen naar middelengebruik keken. Artsen gaven over middelengebruik aan dat alcohol soms een lastiger verhaal is dan roken, omdat alcohol een interactie heeft met medicatie. 

Lisette is op dit moment bezig met kwantitatief onderzoek naar shared decision-making bij roken en drinken. Hierbij kijkt ze naar de attitude en het gedrag van zorgmedewerkers, naar de mate van persoonsgerichte zorg in de organisatie en naar de organisatiecultuur. Welke invloed hebben deze factoren op shared decision-making? Als voorlopige resultaten rondom roken noemt ze:  

  • Een positieve attitude van de medewerker ten opzichte van roken is gelinkt aan het meer helpen van de bewoner om te roken; 

  • Een positieve attitude is ook gelinkt aan minder shared decision-making

  • Meer persoonsgerichte zorg in de organisatie is gelinkt aan meer shared decision-making

  • Meer shared decision-making is gelinkt aan minder roken. 

De tweede helft van de studiemiddag gingen de aanwezigen in kleine groepjes uiteen om een casus te bespreken vanuit verschillende perspectieven; een verslavingszorgconsulent, een teamleider, een beleidsmedewerker, een WZD-functionaris en de perspectieven van de bewoner en naaste. Door op deze manier met elkaar in gesprek te gaan, kwamen we tot de conclusie dat iedereen normaal gesproken geneigd is vooral vanuit het eigen perspectief te kijken en hieraan vast te houden. De rol van de psycholoog kan hierin heel belangrijk zijn: om de dialoog op gang te brengen en verschillende perspectieven te verbinden, zodat er niet allemaal losse eilandjes ontstaan. De psycholoog kan daarnaast nuances aanbrengen in het verhaal en de blik van het zorg- of multidisciplinaire team verbreden of juist toespitsen. Shared decision-making is de sleutel tot goede, persoonsgerichte zorg, ook straks bij invoering van het preventieakkoord.  
 

Er zal nog een digitale herhaling volgen van deze leerzame studiemiddag. Meer informatie over de datum zal nog volgen. Houd hiervoor de website en de nieuwsbrief in de gaten. 

developed by