woensdag, 4 oktober 2023

Op woensdag 27 september zaten we in klein gezelschap bij elkaar om aan de slag te gaan met het thema e-health. Frank Driessen, psycholoog in opleiding tot GZ-psycholoog bij Novicare, gaf een korte inleiding waarin hij zijn fascinatie voor dit onderwerp toelichtte: een combinatie van het zien van de noodzaak EN van mogelijkheden en kansen die e-health kan bieden. Een voorbeeld wat door veel collega’s van Frank als kansrijk gezien wordt, is digitaal contact met cliënten. Een onderzoek in een huisartsenpraktijk liet zien dat ook ouderen en niet-Nederlandstaligen goed gebruik konden maken van de online mogelijkheden en dat het ook gewaardeerd werd. 

Hierna nam Hannah Christie het stokje over. Hannah is psycholoog en onderzoeker aan de universiteit van Maastricht. Zij is gepromoveerd op de implementatie van e-health interventies voor mantelzorgers van mensen met dementie. 

De definitie die Hannah gebruikt voor e-health is: het gebruik van het internet om de mentale of fysieke gezondheid te verbeteren. Denk hierbij o.a. aan apps, online cursussen, VR en AI. Als voordelen noemt Hannah: dat je meer afgelegen wonende mensen gemakkelijker kan bereiken en ook mensen waarvoor het lastiger is om een naaste alleen te laten. Gevoelige thema’s zoals seksualiteit of gedragsveranderingen zijn met e-health gemakkelijker bespreekbaar en het is tijds- en kostenefficiënt. Eenmaal ontwikkelde toepassingen kunnen eenvoudig gepersonaliseerd worden of aangepast aan een nieuwe doelgroep.

Een korte enquête onder PgD-ers liet zien dat er nog weinig gebruik van gemaakt wordt. Collega’s zien wel allerlei mogelijke (toekomstige) toepassingen en willen er zelf ook wel iets mee doen, maar weten vaak niet hoe. Onze doelgroep wordt nu nog vaak als onvoldoende digivaardig gezien, alhoewel dit ook wel aan het veranderen is.  

Hannah neemt ons mee in de e-health mogelijkheden die er zijn voor mantelzorgers en zorgverleners van mensen met dementie. 

  • Partner in balans. Oorspronkelijk een cursus die ontwikkeld is voor mantelzorgers van mensen met dementie. Deze bestaat uit 22 modules waaruit gekozen kan worden welke aansluiten bij de behoefte van de mantelzorger. De modules bevatten videos en (reflectieve) opdrachten. Het gebruik wordt ondersteund door een coach. Dit kan een psycholoog zijn, een maatschappelijk werker, casemanager of een ergotherapeut. Het doel is om de mantelzorger te ondersteunen in het leren omgaan met de steeds veranderende situatie. Zorgprofessionals die er gebruik van maken geven aan dat het gebruik hun werkplezier verhoogd en ze sneller tot de kern komen. Er wordt nu ook gekeken naar versies voor jonge mensen met dementie, Huntington, Parkinson en evt ook een versie voor intramuraal.
  • My Inlife. Tool die ontwikkeld was om naasten te ondersteunen in het vragen van hulp aan het netwerk in de ondersteuning bij het zorgen voor iemand met dementie. Dit was enkel online, zonder ondersteuning terwijl enige hulp bij hoe dit handig in te zetten eigenlijk wel wenselijk was. Het werd kwalitatief goed geëvalueerd, maar er werden geen effecten gevonden van de inzet van de tool. My Inlife was lange tijd beschikbaar via dementie.nl, maar sinds begin 2023 is de tool offline.  
  • Intense. Een website ontstaan uit een Europees onderzoeksproject waarop allerlei materiaal te vinden is waarmee zorgprofessionals kunnen ervaren hoe het is om dementie te hebben en/of ouder te worden.
  • QOLEAD. Recent is er onderzoek gestart naar een AI tool die op basis van EPD’s de zorgbehoeften van mensen gaat proberen te voorspellen. 

Voor de beoordeling van effectiviteit wordt gekeken naar effect op kwaliteit van leven en effect op psychische klachten. Onderzoek laat zien dat een aantal zaken belangrijk zijn voor de effectiviteit. Interventies die e-health combineren met menselijk contact (blended) en interventies met verschillende componenten hadden het meeste effect. Verder werd benoemd dat het belangrijk is om mensen te trainen in het gebruik van de technologie. Er zomaar mee aan de slag gaan blijkt voor zorgprofessionals toch lastig en spannend. Wanneer er een training bij zit, is de interventie effectiever. Ook is het van belang om de interventie te blijven volgen en bijhouden en in onderzoek te kijken naar de lange termijn effecten. 

Ontwikkelen van een interventie is één ding, maar ervoor zorgen dat het bij de gebruiker komt is helemaal ingewikkeld, omdat er dan allerlei aanvullende belangen gaan meespelen. Zo willen geïnteresseerde partijen zeggenschap over de inhoud en van alles mogen wijzigen. Daardoor weet je als ontwikkelaar (en eindgebruiker) niet meer of het dan nog effectief is. Voor financiëring om een ontwikkelde interventie in de lucht te houden, ben je als ontwikkelaar, afhankelijk van externe, vaak commerciële partijen. Uit de review van Hannah bleek dat er nauwelijks onderzoek gedaan is naar de implementatie van e-health interventies. Als iets effectief is, dan volgt de implementatie vanzelf, lijkt de gedachte. Inmiddels weten we dat het zo niet werkt. Veel van wat er ontwikkeld is, komt helemaal niet in de praktijk terecht. Hier is sinds kort wel nadrukkelijk meer aandacht voor. Wat als belangrijk gezien wordt is dat alle betrokken partijen vanaf het begin aansluiten, zorgen voor goede ondersteuning en verbinden van gebruikers, oog voor de (organisatorische) context en financiering. Aanwezigen benoemen als voorbeeld ook nog de 'Digitale gedragscoach', een mooie tool die goed bruiktbaar lijkt bij de begeleiding van zorgteams in de omgang met complex gedrag. Ook hiervoor blijkt goed gebruik in praktijk moeizaam te verwezenlijken.

In de discussie blijkt dat sommige organisaties al best een en ander gebruiken, bijvoorbeeld door het inbouwen van vragenlijsten in het ECD. Er worden vele creatieve ideeën geopperd: het digitaliseren van klinische lessen of het proces van analyseren van gedrag. Of het invoegen van digitale foto-albums of playlists in het ECD om de zorg persoonsgeorienteerd en welzijnsgericht te maken. Verder geven de aanwezigen aan graag in een vroeg stadium van de ontwikkeling van tools betrokken te zijn, om psychologische kennis beter te benutten en aandacht te vragen voor ethische kwesties.

E-health: Een thema waar geen drommen psychologen op af komen. Niets voor ons dus? De studiemiddag laat een ander beeld zien: De collega’s die er waren en de invullers van de enquête hebben genoeg ideeën, enthousiasme en soms ook ervaring. Het roept ook vragen en aandachtspunten op: Waar begin je? Hoe blijf je op de hoogte van wat er al is en wat bruikbaar is? Hoe bewaken we de ethische aspecten? We komen tot de conclusie dat het gaat om het inzetten van e-health als een bewuste keuze met een helder doel. Inzetten om het werk leuker, lichter en makkelijker te maken. En vroegtijdig de krachten bundelen. Wordt vervolgd!

IN de bijlagen staan de powerpoint presentatie en de padlet. Het proefschrift van Hannah vind je hier: The implementation of EHealth in dementia care: lessons learned — Maastricht University

developed by